banier
lijntje lijntje
back
Citroenlieveheersbeestje Psyllobora vigintiduopunctata

Opvallend citroengeel en met liefst 22 punten kruipt in heel veel tuinen het Citroenlieveheersbeestje rond. Omdat de lengte meestal rond de 4 mm. ligt is dit een tamelijk kleine soort. Het kevertje staat bekend als het meest "schadelijke" lieveheersbeestje, omdat hij zich vaak verplaatst van plant naar plant en daarmee een meeldauwinfectie snel kan overbrengen op voor zijn komst nog onaangetaste planten. Ook de larve eet meeldauwschimmels, maar hij is omdat hij zich nauwelijks van plant tot plant verplaatst veel minder schadelijk. Het Citroenlieveheersbeestjes overwintert als volwassen kever en vaak in groepen. Wordt in de tuin veel overwinterend gevonden onder bloembakken en -potten, losliggende planken enzovoorts.

De larven van het Citroenlieveheersbeestje zijn gemakkelijk te herkennen, want ze hebben precies dezelfde kleuren als de volwassen dieren en zijn dus citroengeel met zwarte vlekken. Als je in juli of augustus door meeldauw aangetaste planten ziet waarop het Citroenlieveheersbeestje rondloopt, kijk dan maar eens goed uit naar de larven, want die zijn er dan beslist ook. Vooral als het mooi weer is doen ze vaak weinig moeite zich te verstoppen en lopen ook aan de bovenkant van het blad rond. Zeker vergeleken met vliegenmaden en dergelijke zijn ze zeer beweeglijk en actief, zoals bijna alle lieveheersbeestjelarven.

In één opzicht is het citroenlieveheersbeestje uniek: er is een duidelijk verschil tussen mannetjes en vrouwtjes. Het vrouwtje heeft een halsschild dat even geel is als de dekschilden. Het halsschild van het mannetje is altijd veel lichter van kleur dan de dekschilden en soms zelfs geheel wit. Bij de andere lieveheersbeestjes zie je nauwelijks of geen verschil tussen de mannetjes en de vrouwtjes.

Het citroenlieveheersbeestje wordt ook wel het 22-stippelig lieveheersbeestje genoemd en dat wordt ook wel geschreven als tweeëntwintigstippelig lieveheersbeestje. Hetzelfde zie je bij de wetenschappelijke naam: die wordt vaak afgekort tot Psyllobora 22-punctata. Overigens wordt het beestje wetenschappelijk ook wel Thea vigintiduopunctata genoemd en dat kun je ook schrijven als Thea 22-punctata.