banier
lijntje lijntje
back
Oranje boogbladroller of lichte boogbladroller
Acleris notana of Acleris ferrugana

Er is een goede reden om op deze bladzijde twee soorten tegelijk te behandelen: ze zijn niet uit elkaar te houden. Niet alleen zien ze er vaak hetzelfde uit, ze zijn ook allebei heel erg variabel, zoals op de foto's te zien is. Het diertje op de tweede foto is een oranje boogbladroller, omdat een lichte boogbladroller nooit zó donker wordt. De enige betrouwbare manier om ze uit elkaar te houden is het onder de microscoop bestuderen van de geslachtsdelen. Daarvoor moet je het diertje echter eerst doodmaken en dat doen we niet voor onze site. Het zou jou als bezoeker bovendien toch niet helpen om het diertje dat jij bent tegengekomen op naam te brengen. Mocht je het toch willen weten dan moet je op zoek gaan naar zeer gespecialiseerde websites, waarop de tekeningen van de geslachtsorganen te zien zijn. Zoals je kunt zien kunnen de dieren wit zijn met een donkere halve cirkel aan de vleugelrand, maar ook bruin zonder die halve cirkel, maar met een grote vlek. Let trouwens eens op: die grote vlek zit altijd op de niet aanwezige cirkel! En die vlek kan dan zowel donkerbruin als wittig zijn! De rest van de vlinder kan dan tamelijk egaal bruin zijn, maar ook zwaar gespikkeld. En trouwens, er komen ook nog andere variaties voor. Een beschrijving geven van deze twee soorten is dan ook onbegonnen werk. De pootjes zijn vaak grijzig, maar kunnen ook dezelfde kleur hebben als de vleugels. Wel zijn ze altijd geringd. De antennes zijn meestal grijzig en ongeringd, maar ook hier komen afwijkingen voor. Met een spanwijdte van 14 tot 18 mm zijn zowel de oranje boogbladroller als de lichte boogbladroller tamelijk kleine diertjes.

Er zijn twee generaties per jaar en de najaarsgeneratie overwintert als volwassen mot. Deze najaarsmotten verschijnen in september en oktober en leggen na de overwintering in maart en april eitjes. De rupsen die daaruit te voorschijn komen krullen één blad om en zetten het met spinsel vast. De punt van het blad blijft vaak ongekruld. Ook verpoppen ze in zo'n opgekruld blad. De voorjaarsgeneratie verschijnt dan vanaf april tot in juni. Omdat de twee generaties op elkaar aansluiten zijn de vlinders bijna het gehele jaar te zien. De oranje boogbladroller verschijnt echter in kleinere aantallen maar wel constant, zij het met een piek in juni en augustus. De lichte boogbladrollerna verschijnt veel minder gespreid over het jaar en is vooral te zien in april en oktober. Maar omdat in die piekmaanden de andere soort ook nog steeds rondvliegt, heb je niet zo bar veel aan die informatie. In de Benelux vinden we de rups van de oranje boogbladroller vrijwel uitsluitend op berk. De rups van de lichte boogbladroller zit ook veel op berk, maar wordt daarnaast aangetroffen op beuk en eik.

Hoewel beide soorten in ongeveer hetzelfde gebied voorkomen, de bosgebieden op zandgronden, inclusief de duinstreek, is de oranje boogbladroller algemener dan de lichte boogbladroller. In onze tuin is het voorkomen van beide soorten meer dan waarschijnlijk. Beide soorten zijn tamelijk gewoon in West-, Midden- en Noord-Europa.