Elzenhaantje Agelastica alni
Het elzenhaantje is een kleine, zwarte soort met altijd een blauwe glans. Die blauwe glans zien we vaker bij zwarte kevers. Hij bereikt een lengte van 6 tot 7 mm. De larven vinden we op elzensoorten. Heel soms worden hazelaars en berken aangetast. Na het verpoppen blijft het volwassen kevertje op zijn plek en overwintert. In april komt hij uit zijn schuilplaats en eet elzenbladeren. De wijfjes zetten hun eitjes af op de onderkant van de blaadjes. Die eitjes komen vaak al na een dag of zes uit. De pas uitgekomen larven zijn groen. Na de eerste vervelling worden ze zwart. Na drie weken zijn de larven volgroeid en laten zich op de grond vallen om te verpoppen. De volwassen kevertjes zien we uitsluitend in het voorjaar. Tegen het eind van juni is het gedaan met de pret.
Vanuit de mens bezien is dit geen schadelijke soort. De els overleeft de aanslag wel en is een commercieel weinig interessante plant. De volwassen kevers eten soms ook van de blaadjes van andere planten, met name in tuinen, maar de schade is minimaal. Het elzenhaantje is een gewone soort, daar waar elzen voorkomen en is te vinden in geheel Europa en Noordelijk Azië. Is ook terecht gekomen in Noord-Amerika en is een gewone soort in het noordwesten van de VS.