Fluweelmijt Anystis baccarum
Fluweelmijten behoren tot de weinige soorten die echt regelmatig worden gezien. Ze zijn met het blote oog nog net zichtbaar. En door hun kleur vallen ze natuurlijk meteen op. Het zijn bovendien bezige baasjes die maar zelden stilzitten. Veel mensen echter denken dat ze heel jonge spinnetjes waarnemen. De fluweelmijt komt bijna overal voor, ook in tuinen en parken. Heel veel soorten zijn rood en heel moeilijk te determineren. Dat geldt gelukkig niet voor Anystis baccarum. Dat is namelijk een gigant, althans in de wereld der fluweelmijten. Hij wordt 1 tot 1,5 mm lang, terwijl alle andere rode soorten onder de 1 mm blijven.
Als je er eentje ziet, dan kijk je altijd naar een vrouwtje, want mannelijke dieren kennen we niet. De vrouwtjes planten zich ongeslachtelijk voort (parthogenetisch). Je kunt ze bijna het gehele jaar tegenkomen, maar er is een duidelijke piek in de lente en het begin van de zomer. De diertjes zijn formidabele jagers die het vooral voorzien hebben op springstaartjes, thrips en andere zeer klein grut. Vanuit menselijk oogpunt zijn ze erg nuttig, omdat ze veel schadelijke soorten op het menu hebben staan. Daarom worden al geruime tijd pogingen gedaan het beestje te telen. Erg succesvol verlopen die pogingen echter niet: de soort is heel erg kannibalistisch, dat wil zeggen hij vreet met plezier soortgenoten op. Of dat alleen gebeurd onder laboratorium-condities of ook in de vrije natuur is niet helemaal duidelijk.
