banier
lijntje lijntje
back
berkenpedaalmot Argyresthia goedartella

De berkenpedaalmot lijkt op een aantal familieleden, maar is meestal gemakkelijk te herkennen aan de grote gouden (of bronzen) Y ongeveer op het midden van de voorvleugel. Maar er komen ook ongetekende, geheel goudkleurige exemplaren voor. Het is een klein vlindertje dat een spanwijdte bereikt van zo'n 10 tot 13 mm. De berkenpedaalmot vliegt vooral 's middags en vroeg in de avond. Bij ons vliegt de soort vanaf mei tot in oktober, meestal in twee generaties.

Ondanks de naam vinden we de rupsen zowel op berk als op els en zwarte els. De vrouwtjes leggen hun eieren in de zomer. De rupsen leven in scheuten en de katjes van de gastheer. Die katjes raken vervormd en hebben een gaatje aan de zijkant waar de rups de frass naar buiten werkt. Bovendien zijn de katjes opmerkelijk zacht. Voor de winter verhuizen de rupsen naar harde mannelijke katjes, waarin ze overwinteren. In het voorjaar kruipen ze onder de bast van de gastheer om te verpoppen.

Omdat Nederland vol staat met berken en elzen is de berkenpedaalmot een gewone verschijning in het hele land. Verder een gewone soort in zowel Europa als Noord-Amerika.

In het verleden werden de pedaalmotten ingedeeld bij de stippelmotten (spinselmotten), maar tegenwoordig behoren ze tot een geheel eigen familie: de pedaalmotten. Overigens wordt deze familie ook wel eens aangeduid met de naam treuzeltjes en deze soort met de naam gewoon berkentreuzeltje.