banier
lijntje lijntje
back
Houtspaander Axylia putris

De houtspaander is moeilijk met andere soorten te verwarren. Hij is houtkleurig met zwarte vlekken. In rust worden de vleugels om het lichaam heen gekruld. Het dier lijkt dan sprekend op een stukje hout. Er zijn niet veel uilen die een dergelijke zithouding aannemen. Veel grasmotten en beervlinders rusten wel op die manier, maar de meeste zijn lichter van kleur en kleiner. Dieren die net zijn neergestreken en dieren die zich klaar maken om weg te vliegen, zitten wel in een uilachtige positie. De spanwijdte van de houtspaander loopt uiteen van 30 tot 36mm.

De eitjes worden vanaf juni gelegd tot diep in augustus. Ze worden afgezet in grote groepen op de onderzijde van de blaadjes van de voedselplant. Al na een week komen ze uit. De rupsen eten meestal alleen 's nachts, maar kunnen ook overdag wel eens actief zijn. Een enkele rups verpopt al in juli en kan dan in augustus als vlinder gezien worden. De hersftgeneratie echter is erg klein. Verreweg de meeste rupsen verpoppen vanaf augustus. Hiertoe graven ze zich in. In het holletje maken ze een kokon die met zand wordt versterkt. Het is de pop die overwintert. De rups is grijsgroen tot grijsbruin en versmalt naar de kop toe. De segmenten 4,5 en 11 zijn een beetje opgezet. Op de rug zitten kleine bruine vlekjes. Op de zijkant zitten grote donkere vlekken op de segmenten 4 en 5 en 9 tot en met 11. De kop is donkerbruin. De rups wordt 34 tot 38mm lang. Hij voedt zich met een hele reeks kruidachtige planten, de meeste laagblijvend: walstro, zuring, weegbree, dovenetel, brandnetel, melganzevoet en hondstong bijvoorbeeld.

De houtspaander vliegt vooral van half mei tot half juli. Aansluitend vliegt van half juli tot eind augustus soms een heel kleine tweede generatie. Vliegt en voedt zich uitsluitend 's nachts. Wordt in de avonduren nog wel eens gezien op bloemen in de tuin. Komt op licht en smeer af. Heeeft weinig voorkeur wat bodem betreft en komt door de voedselkeuze vooral voor op tamelijke kaal land, bij bosranden, struwelen, in parken, tuinen en braakliggende grond. In de gehele Benelux een gewone soort die overal kan opduiken.