banier
lijntje lijntje
back
Bellardia-soort Bellardia sp

De Bellardia-soorten worden over het algemeen met de groene vleesvliegen vergeleken. Toch zijn er grote verschillen tussen Bellardia-soorten en bijvoorbeeld de Lucilia-soorten. Bij de Bellardia-soorten is alleen het achterlijf glanzend groen. Het borststuk is grijs met een paar lichtgrijze of juist donkergrijze strepen, iets dat we bij heel veel vliegen zien. Het groene achterlijf is bovendien vaak min of meer berijpt, zodat het groen nauwelijks glanst. De berijping kan ook lokaal zijn, zodat glanzend groene plekjes en niet glanzende plekjes elkaar afwisselen. In Nederland komen 4 of 5 soorten voor, in België 5 of 6 soorten. Die soorten zijn nauwelijks uit elkaar te houden. Vaak zit het verschil slechts in de groeirichting van één bepaald haartje. Zulke kleine details laten zich slecht vangen op een foto van een levend exemplaar. En zo'n haartje kan natuurlijk ook nog afbreken! Daarom worden de soorten uitsluitend op naam gebracht door de geslachtsdeeltjes onder de microscoop te bekijken.

De larven van de Bellardia-soorten zijn allemaal parasieten die in aardwormen leven. De volwassen vliegen voeden zich met nectar en pollen. De vrouwtjes zijn levendbarend, wat wil zeggen dat de eitjes al in haar lichaam uitkomen. Ze dropt de levende jongen op een geschikte aardworm. De larve vreet zich onmiddellijk een weg naar binnen en eet de aardworm van binnenuit helemaal op. Onder gunstige omstandigheden is de aardworm al na een week verzwolgen en verpopt de vlieg. Larven in hun derde levensfase overwinteren in de restanten van hun gastheer.

De leden van het geslacht Bellardia komen bij ons veel voor. Welke soorten precies en welke daarvan het meest voorkomen is erg moeilijk vast te stellen, omdat de dieren zo sterk op elkaar lijken. Het determineren stopt dan ook vaak op geslachtsniveau.