banier
lijntje lijntje
back
Steenhommel Bombus lapidarius

De steenhommel is in heel veel tuinen een gewone verschijning. In onze tuin is hij echter zeldzaam. De eerste kennismaking vond plaats in augustus 2002. Ook de steenhommel is groot (bijna net zo groot als de aardhommel en de tuinhommel). Heel dicht bij het nest is de steenhommel agressiever dan de meeste andere hommels en steekt wat eerder. De soort is geheel zwart met een rood kontje. De steenhommel is tamelijk onmiskenbaar. De paar andere soorten die er wat op lijken zijn kleiner en tamelijk zeldzaam. Het mannetje, de werksters en de koninginnen verschillen nauwelijks van elkaar, een unicum bij hommels. De koningin kan soms een witgeel randje hebben voor op de thorax of wat verdwaalde gele haartjes. De hommelzweefvlieg (Volucella bombylans bombylans) doet een steenhommel erg goed na, zoals is te zien op de onderste foto.

De steenhommel verschijnt in het voorjaar meestal pas laat, in april. Alleen in zeer warme jaren kan hij al half maart te zien zijn. De kolonie blijft tamelijk klein en omvat meestal minder dan 300 individuen. Het nest wordt meestal ondergronds gemaakt in oude muizennesten, maar ook wel bovengronds in bijvoorbeeld muurnissen, vogelnesten en nestkastjes. Ook de steenhommel is gewone soort in geheel Europa die eerder van de menselijke aanwezigheid profiteert dan dat hij er last van heeft. Ook hij is te vinden in bloemrijke parken midden in grote steden en houdt ook van wegbermen, slootkanten en bosranden. Alleen in het bos is het een rariteit. Deze soort bevliegt heel veel bloemen, waaronder ook exoten in de tuin, maar wordt vanwege zijn onaangename karakter en stekerige aard niet gekweekt. Stond vroeger bekend onder de wetenschappelijke naam Pyrobombus lapidarius.