banier
lijntje lijntje
back
Groentje Callophrys rubi

Het groentje is een klein vlindertje. Met een spanwijdte van zo'n 30 mm is hij ongeveer net zo groot als het boomblauwtje. Bij verse exemplaren is de onderkant van de vleugels heldergroen met een rij kleine witte vlekjes. Bij het ouder worden kan het groen grotendeels verdwijnen. Het beestje op de foto's is dus al een flink afgevlogen exemplaar. De bovenkant van de vleugels is saai donkerbruin. Maar die bovenkant krijg je waarschijnlijk bij een levend diertje niet te zien, want het groentje spreidt de vleugels in rust nooit. Aan elke achtervleugel zit een piepklein staartje. Het groentje is vooral een soort van heidegronden, maar hij komt ook voor op andere droge zandgronden. De schutkleur zorgt ervoor dat deze heel gewone soort maar zelden wordt gezien. Het groentje vliegt voornamelijk in de maanden mei tot en met juli. De mannetjes kunnen soms met tientallen tegelijk worden aangetroffen op een boompje of een struik, bijna altijd op een hoogte van 1 tot 1,5 meter.

De rups is groen en heeft twee rijen lichtgroene tot witte bultjes op de rug. Hij is niet kieskeurig en eet de bladeren en bloemknoppen van onder meer dophei, struikhei, sporkehout, brem en bosbes.De rups van het groentje zien we van eind juni tot in september. Dan verschuilt hij zich tussen bladafval en verpopt. Het is de pop die overwintert.

Het groentje breidt zich in Nederland uit. Gewoon op de zandgronden in zuid, midden, oost en noordelijk Nederland. Ook op de twee grote waddeneilanden een heel gewone soort. De andere waddeneilanden worden langzamerhand ook gekoloniseerd. Maar in de duinen van Holland en Zeeland komt hij merkwaardigerwijs nagenoeg niet voor. Het groentje komt voor in geheel Europa, Noord-Afrika, Noord-Azië en Siberië.