Tuinslak Cepaea nemoralis
De tuinslak wordt ook wel de gewone tuinslak genoemd, of de zwartgerande tuinslak. Hij lijkt erg veel op de zeldzamere witgerande tuinslak en de verschillen zijn bij die soort uiteengezet. De huisjes van beide soorten zijn heel erg variabel. De huisjes zijn vaak geel, maar kunnen ook bruin of roze zijn en zelfs bijna wit. Over de huisjes loopt een bruine band. Die band kan smal zijn, maar ook heel breed en ook kunnen er twee bandjes vlak naast elkaar te zien zijn. Tuinslakken kunnen meerdere jaren oud worden. Ze overwinteren vaak vastgeplakt aan bomen, struiken, palen, schuttingen e.d., soms in grote aantallen bij elkaar.
Het huisje beschermt ze tegen heel veel vijanden. Maar de zanglijster heeft met die huisjes geen enkele moeite. Hij slaat ze kapot op een steen of een ander hard voorwerp op de grond. Hij gebruikt die steen telkens opnieuw, zodat er na enige tijd een hele verzameling kapotte huisjes om de steen heen ligt. Zo'n plek die door de zanglijster wordt gebruikt noemen we een lijstersmidse.
Op de foto's een kleine hoeveelheid voorbeelden van hoe gevarieerd de kleur van het huisje kan zijn. Op de bovenste foto een volwassen exemplaar. Met een wel heel fraai roze huisje met de gebruikelijke bruine band. Maar op de tweede foto zien we een geheel roze huisje, helemaal zonder bruine band. De derde lijkt wel het omgekeerde van normaal: een heel donker huisje met lichte bandjes. Op de vierde foto een exemplaar met niet één maar wel drie donkere bandjes. Op de onderste foto's drie nog zeer jonge exemplaren. De tweede wordt later roze, de onderste zal een geel huisje hebben als hij eenmaal volwassen is.