banier
lijntje lijntje
back
Zwartgele blaaskop Conops flavipes

Blaaskopvliegen danken hun naam aan het feit dat ze een vrij dikke kop hebben. Het zijn parasieten bij wespen en bijen. De volwassen vliegen vangen een bij of wesp en injecteren die met een eitje. De larve die daar uitkomt eet de gastheer van binnenuit op, maar doet dat heel voorzichtig: de belangrijkste organen worden pas vlak voor het verpoppen genuttigd. Zoals bijna altijd leven de volwassen vliegen uitsluitend van nektar.In de Benelux komen maar liefst 30 soorten voor, waarvan er een aantal nogal op elkaar lijken: een zwart/geel gestreept achterlijf, soms gesteeld, dat de vliegen sterk op wespen doet lijken. Ze worden heel veel aangezien voor zweefvliegen, zoals deze zwartgele blaaskop. Ze zijn trouwens ook vrij nauw verwant aan de zweefvliegen. Het vrouwtje maakt een wat donkerder indruk, omdat zij op het achterlijf geen drie gele banden heeft, maar slechts twee. Bovendien zijn die van haar vaak veel smaller.

De vliegen worden 9 tot 13 millimeter lang en kunnen worden gezien van mei tot augustus. In het grootste deel van Europa een gewone soort. De zwartgele blaaskop komt, voor zover wij weten, niet voor in Schotland en Ierland.

Op de bovenste foto's het mannetje, op de onderste het vrouwtje.