banier
lijntje lijntje
back
Hyena Cosmia trapezina

De hyena is een uiterst variabele vlinder. De basiskleur is bruin, roodbruin, grijsbruin of oker. Op het midden van de vleugel vinden we een brede, donkere band met daarin een duidelijke zwarte stip. Ondanks dat het dier zo variabel is, is hij meestal gemakkelijk te herkennen aan een combinatie van twee factoren: de zwarte stip is bijna altijd zichtbaar, ook bij afgevlogen exemplaren, en de bovenste rand van de band verloopt nagenoeg altijd kaarsrecht. Bij veel exemplaren zijn bovendien de korte zwarte streepjes aan de onderrand van de vleugel zeer herkenbaar. Toch komen zo nu en dan exemplaren voor die lastig zijn te herkennen. Ook de grootte varieert sterk, want de spanwijdte loopt uiteen van 28 tot bijna 40mm.

De eieren worden laat in de zomer in groepjes gelegd en door het vrouwtje met schubben van haar eigen achterlijf bedekt. Ze komen pas in april van het volgende jaar uit. De rupsen zijn niet alleen heel erg kannibalistisch, ze eten zelfs de rupsen van andere vlinders, als ze die tegenkomen. Carter en Hargreaves melden dat vooral de rupsen van de kleine wintervlinder het nogal eens moeten ontgelden. In juni laten de rupsen zich op de grond vallen en spinnen een lichte kokon net onder de grond of tussen bladafval op de grond. In de kokon verpoppen ze. De rups is groen met zwarte vlekjes met een wit ringetje eromheen. Opvallend zijn de gele ringen tussen de segmenten. Over de rug loopt een geelwitte brede streep, de kop is helder lichtgroen. De rups is dag en nacht actief en gedraagt zich soms erg opvallend. Hij bereikt een lengte van zo'n 28mm en is te vinden op een groot aantal bomen en struiken, waaronder eik, berk, wilg en meidoorn.

De vliegtijd van de hyena is lang: van eind juni tot begin oktober. De meeste exemplaren echter vliegen in juli en begin augustus. Daarbij komen ze graag op licht af en ook op smeer. In bosrijke gebieden komen ze soms al in de schemering op bloeiende planten als kruiskruid af. Overdag rustend aan te treffen op boomstammen, maar ook op muren en schuttingen in de buurt van buitenverlichting. In geheel Europa een vrij gewone tot zeer gewone soort van boomrijke streken. In Nederland gewoon in bijna het gehele land, in België een vrij gewone soort in vrijwel het gehele land. Komt tot ver in Noord-Europa voor.