banier
lijntje lijntje
back
Zwartvlerkbladjager Dioctria oelandica

De roofvliegen uit het geslacht Dioctria verschillen van de roofvliegen die we eerder behandeld hebben. Ze worden wel de zwarte roofvliegen of bladjagers genoemd. En de roofvliegen die we eerder behandelden heten dan wel de grijze roofvliegen. Ze maken een zwarte indruk, omdat ook de vleugels donker zijn. De pootjes zijn meestal erg licht. De vleugels zijn ook langer dan het achterlijf, terwijl dat bij de grijze roofvliegen net andersom is. Er zijn ongeveer 10 soorten Dioctria-roofvliegen in Nederland, waarvan dit de meest voorkomende is.

De zwartvlerkbladjager wordt ongeveer 12 tot 15 millimeter lang. De belangrijkste prooidieren van deze roofvlieg zijn langpootmuggen, vliegen en schorpioenvliegen. Het is een voorjaarssoort die begint te vliegen in april. Eind juni of begin juli is het afgelopen voor ze. Je ziet ze vooral aan bosranden op zandgrond en leem. De soort heeft een voorkeur voor woeste begroeiing, het liefst met bramen.

De zwartvlerkbladjager wordt ook wel de zwartvleugelroofvlieg genoemd.