Bruine moswants Drymus brunneus
De bruine moswants is een bruine grondwants die 3,6 to 5,4 mm lang wordt. Met enige moeite kan hij van zijn bruine broertjes worden onderscheiden. Zo is het hele pronotum bruin en zijn de tibia (schenen) glad, zonder de grote rechtopstaande haren die we daarop zien bij de andere soorten. De pootjes zijn bijna helemaal bruin, terwijl die bij de andere Drymus-soorten grotendeels zwart zijn. De vleugels worden in het midden duidelijk breder, waardoor deze soort een enigszins ovalen indruk maakt. Alle andere soorten ogen "slanker". De volwassen wantsen hebben bijna altijd verkorte vleugels. Slechts zelden zie je een bruine moswants met volledig ontwikkelde vleugels.
De bruine moswants vind je bijna altijd op vochtige of zelfs natte plekken: langs waterkanten, in veen en moeras en dergelijke. Dat sommige van die plekken soms onder water komen te staan, lijkt geen probleem voor deze soort. Ze zitten vaak tussen bladeren of in mos, maar leven van het uitzuigen van zaden van verschillende bomen en struiken, zoals berk en els. Er is één generatie per jaar, maar het voortplanten gaat het hele jaar door. Daarom kun je het gehele jaar de eieren, larven en volwassen diertjes gelijktijdig aantreffen. De volwassen wantsen zijn zelfs op milde winterdagen actief. In geheel Europa een gewone soort.
