banier
lijntje lijntje
back
Ryes moswants Drymus ryeii

Van alle moswantsen is Ryes moswants de donkerste. De basiskleur wordt meestal omschreven als zwart. Ook de doorzichte delen van de voorvleugel zijn meestal donker. Bij veel dieren, maar helaas niet allemaal, valt de lichte rand van de voorvleugel op. Net als op de foto's is die vaak gelig. Dieren die dit dunne, gelige randje missen zijn veel moeilijker op naam te brengen. Vooral de heidemoswants (Drymus sylvaticus) is poblematisch, want hij lijkt heel erg veel op Ryes moswants. Een belangrijk hard verschil zit op de tibia (schenen). Deze zijn behaard bij de heidemoswants en kaal bij Ryes moswants. Ook de vindplaats kan behulpzaam zijn. De heidemoswants geeft de voorkeur aan droge biotopen zoals heide, terwijl Ryes moswants van veel vochtiger omstandigheden houdt en bijvoorbeeld veel te vinden is in bossen. Het diertje wordt 3,6 tot 4,7 mm lang.

Van deze soort weten we nog niet alles. Vooral de voedselkeuze is nog een raadsel. Volgens sommige bronnen zuigen de dieren aan mossen, terwijl andere bronnen melden dat zaadjes worden leeggezogen. Feit is dat ze bijna altijd worden aangetroffen in, op of onder mos en soms in de strooisellaag. De eerste volwassen dieren verschijnen in augustus, maar de nimfen kunnen tot aan de winter worden waargenomen. De volwassen dieren overwinteren en paren in mei of juni. Er is slechts één generatie per jaar.

Een gewone soort in de gehele Benelux. Ook elders in Europa een veel voorkomende soort, oostwaarts tot in Siberië.