banier
lijntje lijntje
back
Dwergspin soort Erigoninae sp

Dwergspinnen zijn, zoals de naam al aangeeft, heel erg klein. Een enkele soort wordt 6 millimeter lang, verreweg de meeste zitten op 1 tot 3 millimeter. Er zijn zelfs soorten die de één millimeter niet eens halen! Verder zijn bijna alle soorten glanzend zwart of bruin en is het achterlijf ongetekend. En dat maakt het tot een buitengewoon ingewikkelde groep om op naam te brengen: ze lijken allemaal erg veel op elkaar en je hebt een goed vergrootglas nodig, of beter een binoculair. De hele groep wordt meestal beschouwd als een onderfamilie van de hangmatspinnen. Maar er zijn ook deskundigen die de diertjes een eigen familie geven (dwergspinnen - Erigonidae). In West-Europa komen meer dan 300 verschillende soorten voor, waarvan zo'n 150 in de Benelux.

Dwergspinnen kunnen grote afstanden afleggen. Maar hoe doen die kleine diertjes dat? Het antwoord: ze vliegen. Niet echt, natuurlijk, het is meer zweven. Op gunstige dagen maken ze een draad dat ze vrij in de lucht laten zweven. Als dat draadje lang genoeg is, wordt het gepakt door de wind. En de spin blijft gewoon aan dat draadje vastzitten, net zo lang tot hij ergens weer op de grond terecht komt. De spinnen kunnen op die manier wel 200 kilometer ver komen. Heel jonge, kleine spinnen van de grotere soorten, zoals de kruisspin, maken soms ook van die mogelijkheid gebruik om hun gebied uit te breiden.