Poelschaatsenrijder Gerris lacustris
Tot de wantsen behoort ook de zeer bekende schaatsenrijders. Deze diertjes zijn zo licht dat ze met hun lange poten op het water kunnen lopen. Het zijn echte rovers die met hun voorpoten alle kleine insecten pakken die het ongeluk hebben op het water terecht te komen. Bij veel schaatsenrijders zijn de vleugels maar zielige gevallen. Dit verschilt per exemplaar. Alleen de exemplaren met goed ontwikkelde vleugels kunnen vliegen. Aan het uiterlijk kun je goed zien dat schaatsenrijders nauwe verwanten zijn van de roofwantsen. Overigens zijn we niet helemaal zeker van de soort. In het geslacht Gerris vinden we een aantal zeer sterk op elkaar gelijkende soorten. Het ligt echter wel het meest voor de hand dat het om de poelschaatsenrijder gaat. De poelschaatsenrijder is in de hele Benelux een zeer veel voorkomende soort, die we ook veel op slootjes en kleine (tuin)vijvers aantreffen. Er zijn ook nog echte waterwantsen. Die leven niet op, maar onder water. Dat betekent trouwens niet dat ze niet kunnen vliegen, want dat kunnen ze wel degelijk. De bekendste zijn het bootsmannetje en de waterschorpioen. Op het water treffen we ook aan de snel ronddraaiende schrijvertjes. Dat zijn echter geen wantsen, maar kevertjes.
De poelschaatsenrijder wordt ook wel de waterloper genoemd, hoewel die naam ook wel gebruikt wordt voor andere soorten uit het geslacht Gerris.