Berkensmalsnuit Kleidocerys resedae
Grondwantsen zijn vaak donkere, kleine en onopvallende wantsen die sterk aan blindwantsen doen denken. Wat betreft de vorm lijken ze daar ook veel op, maar er zijn verschillen: grondwantsen hebben puntoogjes (ocelli), blindwantsen niet. De antennes van blindwantsen zijn meestal lang, dun en één van de segmenten is vaak veel langer dan de andere. Bij grondwantsen lijken de antennes veel op die van de schildwantsen: dik, vaak kort en alle segmenten zijn meestal ongeveer even lang. Veel soorten zuigen aan planten en vruchten, maar er zitten ook alleseters en rovers tussen. De zeer kleine berkensmalsnuit, met een lengte van slechts een halve centimeter, is een zeer kleurrijk geval, ongebruikelijk in deze familie. Als je hem uitvergroot, blijkt het een bijzonder beestje te zijn: de vleugels lijken wel geheel gemaakt van glas en zijn dan ook doorzichtig. De berkensmalsnuit komt vooral op berken voor en kan in zeer grote aantallen optreden. Wordt in de herfst ook veel gevonden op muren van huizen en in schuurtjes e.d. In de gehele Benelux een zeer algemene soort.