banier
lijntje lijntje
back
Wegmier Lasius niger

De wegmier is de meest voorkomende mier in bewoond gebied. Hij nestelt graag onder stoeptegels, terrastegels, houten vlonders en wat een mens al niet op de grond legt. De zwarte wegmier heeft ook niet veel ruimte nodig. Kleine plekjes kunnen voldoende zijn: de kolonie blijft gewoon wat kleiner. De kolonies zijn dan ook enorm variabel in omvang: in de kleinste vind je soms maar 2.000 beestjes, terwijl de grootste koloniën wel 15.000 beestjes kan omvatten. De werksters zijn heel erg donkerbruin, maar lijken bijna altijd zwart. Ze worden zo'n 3 tot 5 mm lang, net als de mannetjes. De koningin is zo'n 7 tot 9 mm. lang. En die koningin kan wel 22 jaar oud worden! Een nest bevat overigens slechts één eierleggende koningin.

Van alle mieren die in ons land van nature voorkomen is de wegmier wel het meest verzot op zoetigheid. En die zoetigheid vindt hij vooral in bloemen en bij bladluizen. Bladluizen scheiden een zeer zoete vloeistof af via hun sifonen (twee buisjes op het achterlijf) en de mieren nemen die vloeistof graag mee naar het nest. Sterker nog: ze hebben geleerd om de bladluizen te "melken". Als ze namelijk met hun pootjes trommelen op het achterlijf van de bladluis, dan gaat deze nog veel meer vloeistof afscheiden. En dat is slim van de bladluis, want een kolonie bladluizen wordt door de mieren fanatiek verdedigd, bijvoorbeeld tegen de larven van de lieveheersbeestjes die graag bladluizen eten. Ook verplaatsen de mieren de bladluizen van de ene plant naar de andere. Maar het gaat nog een stapje verder. Men heeft geconstateerd dat de mieren de bladluizen zelfs meenemen het nest in als de condities voor de bladluis slecht zijn. En zodra het buiten weer beter is voor de bladluis zetten de mieren de bladluis weer terug op de juiste plant!

Er zijn dieren die wonen in een mierennest. Zo zijn er rupsen (van bepaalde blauwtjes) te vinden, kevertjes en de pissebed op de onderste foto: de mierenpissebed (Platyarthrus hoffmannseggi).

Echt geliefd bij mensen is de wegmier niet. Stoeptegels en tuintegels kunnen deels wegzakken door het nest eronder. Bladluizen worden razendsnel verspreid door de hele tuin. En de mieren komen ook graag binnenshuis als daar wat te halen valt. De wegmier is zelfs in staat gebleken om door dun cement heen het huis binnen te komen. Overigens is de faraomier, die veel kleiner is en uit de tropen is geïmporteerd, nog veel vervelender binnenshuis. De zwarte wegmier heeft geen angel, maar bijt. De beet is echter niet meer dan een speldeprikje en lang niet zo pijnlijk als de beet van de rode bosmier, of de steek van één van de steekmieren. Daar komt bij dat de wegmier eerder nieuwsgierig is dan agressief.

De wegmier wordt ook wel de zwartbruine wegmier genoemd, of zwarte wegmier en wordt door sommigen thuis gehouden in een mierenterrarium (een formicarium). Het is in heel Europa de meest voorkomende mier, met name in de buurt van menselijke bebouwing.