Hangmatmot Lyonetia clerkella
De hangmatmot is een heel klein motje, want de gehele spanwijdte is slechts 8 tot 9 mm. Het is een wit vlindertje met aan de vleugeltoppen een variabele bruine tekening. Op onze enige foto van de soort is daarvan overigens maar weinig te zien. Hij behoort tot een kleine mottenfamilie die we de sneeuwmotten (Lyonetiidae) noemen. Alle leden uit deze familie mineren bladeren, stengels of bast.
De vrouwtjes hebben een legbuis waarmee het eitje in een blad wordt gelegd. De rups blijft zijn hele leven in een mijn in het blad. Pas vlak voor het verpoppen verlaat hij zijn mijn, gaat op het blad zitten, maakt een dekje van zijde en verpopt. Dat dekje doet sterk denken aan een hangmat en daaraan heeft hij zijn populairste Nederlandse naam te denken. De mijn is zeer opvallend en goed herkenbaar. Hij is lang, smal en in het midden van de mijn ligt als een zwart lijntje de frass. De hangmatmot heeft drie generaties per jaar en heeft daarom een lange vliegtijd: van april tot eind oktober. De volwassen vlindertjes van de derde generatie overwinteren. Deze soort heeft een hele waslijst aan waardplanten, waaronder verschillende Malus-soorten (appel), Prunus-soorten (kersen en pruimen), lijsterbes-soorten (Sorbus) en verschillende meidoorns (Crataegus).
In geheel de Benelux een zeer gewone soort. Wel zijn de aantallen sterk schommelend. In sommige jaren overvloedig voorkomend, lijkt hij in andere jaren bijna te zijn verdwenen. Ook elders in Europa een gewone soort die in Finland zelfs boven de poolcirkel voorkomt.
De hangmatmot wordt in het Nederlands ook wel eens de kersenmineermot genoemd.