banier
lijntje lijntje
back
Gewone slobkousbij Macropis europaea

De gewone slobkoubij haalt een lengte van 8 tot 9 mm, maar is tamelijk breed gebouwd en lijkt dus iets groter. Hij is bijna geheel zonder haar, met uitzondering van een smalle rij haartjes aan het eind van elk lichaamssegment en grote haren aan de achterpootjes van de wijfjes. Deze haarborstel wordt gebruikt om pollen te verzamelen. De haarborstel is integenstelling tot de goudkleurige van de pluimvoetbij tweekleurig. De haren op de tibia zijn wit en die op de metatarsus zwart. En dat maakt de vrouwtjes heel erg herkenbaar. Toch gaat dat niet altijd op, omdat de achterpootjes zo vol kunnen zitten met pollen dat je de haarkleur niet meer ziet. De volwassen bijen zien we in juni, juli en augustus.

De gewone slobkousbij is gebonden aan één plantengeslacht: de wederik (Lysimachia) en dan vooral aan de grote wederik (Lysimachia vulgaris). Bij en plant hebben een merkwaardige relatie. De plant produceert geen nectar, maar scheidt wel een olie-achtige substantie af die de bij mengt met pollen. Dit mengsel wordt dan aan de larven gegeven. Zelf moet de bij op zoek naar andere wel nectar producerende bloemen om te eten. De grote wederik houdt van zeer vochtige omstandigheden en dit is dan ook zo'n beetje de enige bij die daar ook van houdt: vennen, poelen en de waterkanten en dijken van rivieren en kanalen.

In Nederland komt nog een slobkoubij voor: de bruine slobkousbij (Macropis fulvipes), maar deze vinden we alleen in twee gebieden: rond Eindhoven en in Zuid-Limburg. Beide soorten worden soms geplaagd door een koekoeksbij die haar eitjes afzet bij de leefvoorraad van de slobkousbij. Maar haar jongen komen eerder uit. Ze eten de eitjes van de slobkousbij en vervolgens het verzamelde voedsel. Bij ons is de bonte viltbij (Epeoloides coecutiens) de boosdoener.

In geheel de Benelux een algemene soort, zij het meer op zandgrond dan op kleigrond. De gewone slobkousbij duikt ook geregeld op in tuinen, waar hij de vaak aangeplante puntige wederik (Lysimachia punctata) bezoekt. Er is echter een zeer duidelijke voorkeur voor de grote wederik. Elders in Europa komt nog een derde soort slobkousbij voor, maar niet bij ons. In het Verenigd Koninkrijk komt alleen de gewone slobkousbij voor en die heeft geluk, want de bonte viltbij komt daar niet voor.