banier
lijntje lijntje
back
Boomsprinkhaan Meconema thalassinum

Als we legboor en de antennes niet meerekenen, wordt de boomsprinkhaan ongeveer 11 tot 15 mm. lang. En dat maakt hem bepaald tot een kleine sabelsprinkhaan. Het hele dier is groen, alleen loopt bij de mannetjes een variabele geelachtige streep over kop en lijf. De vleugels zijn opvallend dicht geaderd en doen denken aan de vleugels van bijvoorbeeld de gaasvliegen. Het diertje leeft voornamelijk van kleine insecten, zoals bladluizen en dergelijke. De mannetjes tsjirpen niet, maar trommelen zachtjes met hun pootjes op een blad, vooral 's-avonds. Hij doet zijn naam alle eer aan, want hij leeft alleen daar waar bomen of hoge struiken voorkomen.

De boomsprinkhaan is in bijna geheel Europa een gewone soort. Zowel in Nederland als in België een heel gewone soort. Is ooit in de Verenigde Staten terecht gekomen en breidt van Rhode Island zijn woongebied daar langzaam uit.