banier
lijntje lijntje
back
Meikever Melolontha melolontha

De meikever is één van de bekendste kevers, ook al kwam hij vroeger veel vaker voor dan tegenwoordig. De meikeverfamilie wordt meestal de bladsprietkeverfamilie genoemd, omdat hun antennen eindigen in een klein soort waaiertje. Die waaiertjes bestaan uit tenminste drie delen die tegen elkaar aan gevouwen kunnen worden. De rozenkever bijvoorbeeld heeft een waaiertje bestaande uit drie delen. De meikever heeft er meer. Ook kun je bij de meikever zien of je te maken hebt met een mannetje of met een vrouwtje: mannetjes hebben zevendelige waaiertjes, vrouwtjes zesdelige! We noemen de larven van alle bladsprietkevers engerling, dus ook die van de andere bekende familieleden van de meikever, zoals de neushoornkever, de mestkever en de pillendraaier.

Meikevers leven als volwassen dier maar kort, hooguit enkele weken, de mannetjes vaak nog korter. Veel eten doen ze niet: ze knagen een beetje aan bladeren van vooral eiken. Toch konden ze vroeger bomen geheel kaal vreten door hun uiterst massale voorkomen. Verder wordt er gepaard. Na de paring graven de wijfjes zich de grond in om daar op verschillende plekken tot 20 eitjes te leggen. De eitjes komen na vier tot zes weken uit en de jonge engerlingen eten eerst humus: halfverteerd plantaardig materiaal. Als ze wat groter zijn beginnen ze aan de wortels van verschillende planten, waaronder tuinplanten en groenten te knagen. Ze bijten flinke stukken van de wortels af en eten die vervolgens op. De grote engerlingen kunnen daarbij behoorlijk dikke wortels aan. Ernstig aangetaste planten gaan zelfs dood door een gebrek aan wortels. Engerlingen groeien maar langzaam en moeten van tijd tot tijd vervellen. Pas na drie tot wel vier jaar zijn ze volgroeid. Ze graven nu een gang loodrecht naar beneden de grond in. Zo'n gang kan wel 90 centimeter diep zijn, maar is meestal zo'n 30 centimeter diep. Onderin de gang maken ze een kamertje en daarin gaan ze zich verpoppen. Dat verpoppen gebeurt in het najaar en duurt relatief kort: de volwassen kevers verschijnen al na 6 tot 7 weken. Ze verlaten hun kamertje echter niet. De laatste winter wordt als volwassen kever in het kamertje doorgebracht en vanaf eind april tot begin juni verschijnen de volwassen dieren. Heel vaak verschijnen verreweg de meeste meikevers tegelijkertijd begin mei, vandaar dat ze in zulke grote aantallen kunnen worden gezien.

Vroeger kwamen er vele malen meer meikevers voor dan tegenwoordig. De schade aangericht door de engerlingen was enorm. Maar ook de volwassen kevers konden hele bomen in korte tijd kaal vreten. In het midden van de vorige eeuw werden insecticiden ingezet tegen de meikever. En met succes: het dier leek wel uitgestorven. Toen later de pesticiden werden verbeterd, kwam de meikever wel weer terug, maar in veel minder groete aantallen. Tegenwoordig bestrijdt men de engerlingen vooral met aaltjes (nematoden). Dat zijn kleine, parasitaire wormpjes die uiteindelijk de engerling doden. Toch komt de meikever ook nu nog overal voor. Omdat hun ontwikkeling zo lang duurt, zijn er elk jaar wisselende aantallen kevers. Een jaar met maar enkele kevers kan worden gevolgd door een jaar met grote aantallen kevers. Vroeger noemde men zo'n jaar een "meikeverjaar".