Witstipgrasuil Mythimna albipuncta
De witstipgrasuil heeft een spanwijdte van 36 tot 44 mm. De basiskleur is vaak oranjebruin, maar er is veel variatie. Kenmerkend is de duidelijke, helderwitte stip waarna het diertje is genoemd. Die witte vlek is eigenlijk een onderdeel van de niervlek, die verder niet of nauwelijks zichtbaar is. De enige soort die er op lijkt is de gekraagde grasuil. Die heeft op dezelfde plek ook een lichte plek, maar minder opvallend en ook nooit zo helder wit. De gekraagde grasuil is bovendien groter en heel gewoon overal in Nederland.
De rups is lichtbruin met bruinige en witte lengtestrepen. De kop is lichtbruin. Hij lijkt op de rupsen van veel andere grasuilen. In Zuid-Europa zijn er twee generaties per jaar. De rupsen vinden we op diverse soorten gras. Ook de volwassen uilen rusten graag in gras. Het is de rups die overwintert. In Nederland is overigens nog nooit een rups gevonden.
De witstipgrasuil is een trekvlinder die in wisselende aantallen elk jaar Nederland bezoekt. Hij wordt heel vaak gezien in Zeeland, maar ook veel in het zuiden en midden van het land. In de noordelijke provincies is het echter een zeer schaarse soort. In het zuiden van Engeland lijkt hij zich soms te vestigen, maar het is geen blijvertje.