banier
lijntje lijntje
back
Weidebladwesp Nematus miliaris

De weidebladwesp had net zo goed de wilgenbladwesp of peppelbladwesp kunnen heten. Misschien is de Nederlandse naam een foutieve vertaling van de Duitse naam Weidenblattwespe. Het Weiden in die naam echter verwijst niet naar weiden, maar naar de wilg. Of de naam is afgeleid van plattelandslandschappen, waar deze soort veel voorkomt. We weten niet hoe de volwassen insecten er precies uitzien, maar ze hebben veel weg van de Arge-soorten. Ze zijn echter vaak iets groter. Ook in het geslacht Nematus komen soorten voor die zwart met geel zijn, of geheel zwart.

De larven zijn tamelijk kenmerkend. Ze zijn groen met zwarte stippen en vlekjes en hebben een oranje bandje achter de kop. Bij oudere bastaardrupsen is het oranje over meerdere segmenten verdeeld. Ook de staartpunt is oranjegeel. De kop zelf is zwart. Ze leven aanvankelijk vaak in grote groepen. De blaadjes van de waardplant worden op de zijkant gezeten opgegeten. Ook deze larven nemen een S-positie in wanneer ze worden bedreigd. Op één boom treffen we soms honderden, zo niet duizenden exemplaren aan. De dieren verpoppen in de grond. Er zijn bij ons twee generaties per jaar. De imagines vliegen rond in mei en juni en na een korte onderbreking in juli en augustus. De eieren worden in twee ringetjes rond een twijgje van de voedselplant afgezet.