Phaonia rufiventris
De huisvliegen uit het geslacht Phaonia zijn niet zo erg huiselijk. Ze komen vooral voor in en bij bossen, want de larven leven in houtmolm en hout dat ligt te vergaan. Het zijn vliegen met een vaak grijzige kop en een bruine of oranjerode buik. De verschillen tussen de diverse soorten zijn vaak maar klein. Maar experts kunnen veel soorten toch wel met name noemen, mits de foto voldoende details laat zien. In Nederland komen 24 Phaonia-soorten voor.
Phaonia rufiventris is een gewone soort in boomrijke omgevingen. De thorax (het borststuk) is grijs gestreept aan de bovenkant en geelbruin aan de onderkant. Het achterlijf is gelig bruin. Hij is te herkennen aan het geheel roodbruine schildje. Bij veel andere Phaonia-soorten is dat schildje tweekleurig. Ook heeft hij twee grote naar achteren wijzende haren op het middengedeelte van de middelste pootjes. De zeer sterk gelijkende Phaonia bitincta heeft er daar drie. De larven leven in vermolmd hout, maar worden ook wel in grote paddenstoelen als boleten gevonden.
