Platycephala planifrons
Heb ik net verteld dat de halmvliegjes erg klein zijn, moet ik nu op de proppen komen met een uitzondering. De leden van het geslacht Platycephala zijn relatief groot. Platycephala planifrons wordt zo'n 7 mm lang en is een echte gigant binnen zijn familie. Hij is goed te herkennen, ook al zijn er een paar gelijkende soorten binnen dit vliegengeslacht. Hij is bruin met een brede, platte en lichtbruine kop met een zwarte langtestreep in het midden. Het borststuk is donkerder dan de kop en heeft twee lichte lengtestrepen. De pootjes zijn oranjebruin. De volwassen vliegen worden vaak zonnebadend op rietstengels aangetroffen.
Platycephala planifrons heeft maar één waardplant: riet. De vrouwtjes leggen hun eitjes op de grond, vlakbij een nog slapende stengelknop. de larve kruipt die knop in en overwintert. In het voorjaar, als de knop uitkomt, en groeit, gaat de larve mee omhoog. In mei begint hij zich te voeden. Hij leeft in de stengel en eet deze van binnenuit op, daarbij omhoog werkend vanaf het geboortepunt. Vaak veroorzaakt hij een onderbreking in de sapstroom van de stengel, die in de zomer dikwijls afsterft. Als de larve volgroeid is -hij is dan zo'n 7 mm lang- verpopt hij. De volwassen vliegen verschijnen in juni en juli. Voor niet-overwinterende vliegen leven ze verrassend lang: tot eind september of begin oktober.
Een gewone soort in geheel Europa en zeker ook in Nederland. De larven van Platycephala planifrons houden van tamelijk droge omstandigheden: het riet moet niet in het water staan. In planten die geheel of gedeeltelijk in het water staan treffen we andere soorten uit dit geslacht aan.
