banier
lijntje lijntje
back
Poecilobothrus nobilitatus

Naast langpootmuggen zijn er ook langpootvliegen, die vaker slankpootvliegen worden genoemd. In de Benelux komen zo'n 200 soorten voor. Een aantal daarvan is heel lastig op naam te brengen. Het zijn rovers die wat betreft hun gedrag heel veel op roofvliegen lijken. Ze zijn wel een heel stuk kleiner. Het achtereinde van hun lichaam is bijna altijd omgekruld (dat zijn de geslachtsorganen) en aan de bovenkant zijn ze heel vaak schitterend, metaalkleurig groen. Voor de mens zijn het ongevaarlijke diertjes, die nooit steken of bijten. Sommige soorten worden gekweekt, omdat de larven de larven van andere schadelijke insecten opeten.

Poecilobothrus nobilitatus wordt ongeveer 7 millimeter lang. De mannetjes zijn gemakkelijk te herkennen. Ze zijn groen metallic, hebben donkere, bijna zwarte vleugels met een prachtig wit uiteinde. De haren op het borststuk staan netjes in twee rijen. De vrouwtjes zijn ook metallic. Meestal groen met een donkerode inslag, maar soms ook meer koperkleurig. Ze hebben lichtgrijze vleugels zonder het witte uiteinde van de mannetjes. De vliegen zie je heel vaak bij of op ondiep water, zoals ondergelopen weilanden. Ze kunnen op het wateroppervlak zitten en lopen. De mannetjes imponeren elkaar vaak door de vleugels te spreiden. Zo maken ze ook indruk op de vrouwtjes. Maar dat laatste doen ze ook vaak door vlak voor het vrouwtje te "dansen". De volwassen vliegen zien we van mei tot in augustus. In de hele Benelux een zeer algemene soort.