banier
lijntje lijntje
back
Glidkruidmot Prochoreutis myllerana

Met een spanwijdte tussen 10 en 14 mm is de glidkruidmot een erg klein vlindertje. Hij is donkerbruin van kleur met een wisselende hoeveelheid zilverwitte schubjes in het centrale deel van de vleugel. Naar de randen van de vleugel toe zijn er grotere zilverkleurige vlekjes. De franje van de vleugel is wit. De antennes zijn grotendeels zwart met vele witte ringen. Maar de soort is erg variabel: grijze vlindertjes komen voor en ook prachtig en kleurrijk getekende diertjes. De zilverkleurige schubjes weerkaatsen het zonlicht. Dat maakt het voor een aanvaller heel lastig om het motje te zien. Maar zoiets werkt alleen overdag. Alle Nederlandse en Belgische glittermotten (er zijn bij ons ongeveer 5 soorten) vliegen daarom overdag.

Er zijn twee of drie generaties per jaar en die overlappen elkaar. Daarom kun je volwassen motjes, rupsjes en eitjes tegelijkertijd zien: van mei tot half september. Net uit het ei gekropen rupsjes mineren de lagere blaadjes van de waardplant. Later spinnnen ze één blad opgerold samen en leven daarin. In de laatste fase worden ook wel twee of meer blaadjes samengesponnen. Begin oktober gaan de larven in diapauze en overwinteren als bijna volgroeide rups. De eerste verse motjes verschijnen dan in mei. Er zijn slechts twee waardplanten bekend: glidkruid (Scutellaria galericulata) en klein glidkruid (Scutellaria minor).

De glidkruidmot is een tamelijk ongewone soort in Nederland en België, maar komt wel verspreid in beide landen voor. Hij heeft een gigantisch verspreidingsgebied: Europa, Rusland, China, Korea en Japan.

Er is een zeer sterk gelijkende soort: de zuidelijke glidmot (Prochoreutis sehedestediana). Die is in de Benelux zeer zeldzaam, omdat het vooral een soort is van het Middellandse Zeegebied. De twee soorten zijn soms erg moeilijk uit elkaar te houden. Het gedeelte met de verspreide ziveren schubjes op het midden van de vleugel is groter bij de zuidelijke glidmot. Omdat het beestje op de foto slechts een klein gedeelte van de vleugel met zilveren schubjes toont, staat het vast dat het de glidkruidmot is. Maar het gebied met zilveren schubjes is in beide soorten variabel qua oppervlak en er is een zekere overlapping. Daarom is het soms nodig om de geslachtsdeeltjes van de vlinder onder een microscoop te bestuderen om de juiste soort met zekerheid te kunnen vaststellen.