banier
lijntje lijntje
back
Herculesje (Selenia dentaria)

Het herculesje en zijn verwanten zien er als volwassen vlinder niet als spanners uit. De zijrand van de vleugels is vaak flink gekarteld, ze hebben een tamelijk groot lichaam en de vleugels worden nooit plat op de ondergrond gelegd, maar staan altijd half geopend of zelfs geheel gesloten recht overeind. Het herculesje houdt ze bijna altijd recht overeind. Zou hij zijn vleugels wel open houden, dan zie je verdonkerde vleugelpunten. Dat donkere loopt geleidelijk over in de lichtere basiskleur en is nooit scherp begrensd. Dat laatste is bij de sterker getekende halvemaanvlinder wel het geval. Het herculesje is een grote vlinder. Overigens zijn de vlinders die in het voorjaar vliegen veel groter (spanwijdte tot 52 mm) en mooier getekend dan de dieren die in de zomer vliegen (spanwijdte tot 44 mm).

De rups van het herculesje is lichtbruin met donkerbruine en grijzige tekeningen. Het derde potenpaar is gezwollen en op de rug zitten verder twee knobbels. Die lijken heel veel op kleine knopjes op een twijgje. Als het dier het lichaam strekt en doodstil zit, is hij dan ook nauwelijks van een takje te onderscheiden. Ook aantal redelijk dikke maar zeer korte haren dragen bij aan de illusie. De kop is grijzachtig bruin met een witte tekening. Een grote vlinder heeft natuurlijk ook een grote rups: hij kan bijna 4 cm lang worden. De rupsen die de tweede genaratie vlinders gaan leveren zien we vooral in juni en juli. Ze zijn kleiner dan de rupsen van de volgende generatie die gaan overwinteren. Die rupsen voeden zich vanaf augustus op een grote hoeveelheid bomen en struiken, zoals berk, wilg, meidoorn, els en hazelaar. In oktober spinnen de rupsen zich in een aantal bladeren in en verpoppen. De pop valt in de herfst samen met de bladeren op de grond en overwintert op die manier.

Het herculesje vliegt vaak al in de vroege avondschemering. Ondanks zijn omvang overdag erg onopvallend op de rustplaats. Hij komt 's avonds graag op licht af. Een gewone soort van de bossen op de lichte zandgronden, maar ook elders niet ongewoon. Ook elders in Europa een gewone soort. Komt tot hoog in het noorden van Europa voor, maar vliegt daar in maar één generatie. De dieren daar zijn vaak nog sterker getekend dan die van de eerste generatie elders.

De dieren op de foto's behoren tot de eerste generatie, behalve het beestje op de onderste foto. Dat is veel kleiner en typisch voor de later vliegende zomergeneratie.