Elzenvlieg Sialis lutaria
Tegenwoordig ziet men deze familie zelfs als een geheel aparte insectenorde (Megaloptera - Grootvleugeligen). En daarmee is het wel zo'n beetje de kleinste insectenorde in Nederland. Bij ons komen namelijk maar drie, sterk op elkaar gelijkende soorten voor. Onze slijkvliegen zijn allemaal bruin, met grote vleugels en zwaar aangezette, zwarte vleugeladers. En net als bij de andere netvleugeligen vormen die aders een vrij ingewikkeld patroon. Van de drie soorten is er eentje zeer algemeen: de elzenvlieg (ook wel eenvoudig slijkvlieg genoemd).
De elzenvlieg is een donkerbruin vliegend insect met een dik lijf en tamelijk grote vleugels, die als een dakje over het lichaam worden gedragen. De vleugels laten een ingewikkelde adering zien. De aders zelf zijn goed te zien, omdat ze zwart zijn getekend. In rust doet een volwassen dier sterk denken aan een schietmot. De vleugels echter zijn geheel kaal. De antennes zijn lang en hebben veel segmenten. Het dier is een slechte vlieger. De vlucht is langzaam en vrijwel altijd zeer kort. Het dier kruipt en klimt liever dan dat'ie vliegt. Een volwassen elzenvlieg is rond de 20mm lang. Afhankelijk van de temperatuur in winter en voorjaar zien we de volwassen diertjes in april of mei. Ze komen dan massaal tevoorschijn. In kleinere aantallen zien we de imagines nog tot in juni. De volwassen dieren leven maar kort: vaak is het binnen een dag of vier gedaan. Vrouwtjes zien we vaak een dag langer dan de mannetjes. En hoewel ze soms wat water of ander vocht oplikken, eten de volwassen elzenvliegen niet. De eitjes zet het vrouwtje af op plantenstengels boven het wateroppervlak. Ze doet dat in dicht opeen gepakte rijtjes. Op de plantenstengels ontstaan zo rechthoekige eipakketjes. Afhankelijk van de temperatuur komen deze na zo'n drie weken uit, meestal allemaal gelijktijdig. De larven laten zich in het water vallen, of kruipen er naartoe bij een lage waterstand. De larven leven het liefst op een modderige bodem en zijn echte carnivoren. Ze zijn zo vraatzuchtig dat kleinere soortgenoten zonder pardon worden opgegeten. De larven leven twee jaar in het water. Gedurende hun leven vervellen ze niet minder dan 10 keer. Oude larven kunnen in water tot wel 20 meter diep voorkomen! Na de tiende vervelling gebeurt het verpoppen op het droge. De larve graaft een holletje in de grond of verbergt zich tussen wat pollen of bladafval. Het verpoppen duurt erg kort: al na 4 dagen (maar meestal langer, tot ongeveer een maand) kan de volwassen slijkvlieg uitsluipen. De elzenvlieg is zowel in Nederland als in België een zeer gewone soort, die in geschikte jaren massaal kan optreden in het voorjaar. Het beestje leeft het leeuwendeel van zijn leven onder water. het stelt daarbij weinig eisen: elk stilstaand of langzaam stromend watertje is goed: een gracht, een meertje, een kanaal, een slootje, een meer, maar ook een tuinvijvertje is een prima plek voor de slijkvlieglarve.
Zoals gezegd komen bij ons officieel nog twee elzenvliegensoorten voor. Beide zijn echter zeer zeldzaam, al 15 jaar niet meer gezien en gebonden aan stromend, schoon water. De soorten zijn alleen aan de hand van microscopisch onderzoek uit elkaar te houden. De kans echter dat de hier getoonde soort niet Sialis lutaria is, is verwaarloosbaar klein.