banier
lijntje lijntje
back
Rotsheidenetwants Stephanitis takeyai

De rotsheidenetwants behoort tot een tamelijk kleine familie van fraaie wantsjes. De vleugels bestaan uit kleinere of grotere doorzichtige plekjes, waardoor ze de indruk geven van gaas, een net of glas-in-lood. Een aantal soorten heeft daarbij ook nog monsterlijk dikke antennes. De lengte van de meeste soorten schommelt om de 3mm. Ook Stephanitis takeyai is zo'n kleine soort. Als je hem met het blote oog ziet, maakt hij een zwart/witte indruk. Pas door een vergrootglas of met een macro-foto zie je hoe mooi hij is.

De Rotsheidenetwants soort is in 1994 voor het eerst in Europa gezien en wel in een tuin in Boskoop, Nederland. Hij heeft Europa echter razendsnel veroverd. In 1998 kwam hij in Engeland aan. Het is een van oorsprong Japanse soort die pas in 1956 is ontdekt. Hij kan lang onontdekt blijven, vanwege zijn verborgen levenswijze en omdat hij erg klein is. Laat in de zomer worden de eieren gelegd. Dit gebeurt in kleine gaatjes in het blad langs de middennerf. Elk eitje wordt afzonderlijk gelegd en het gaatje wordt met uitwerpselen dichtgesmeerd. Na de overwintering komt het larfje uit en zuigt aan het blad. Hij doorloopt in één tot drie maanden vijf stadia en is dan volwassen. Van deze soort wordt gezegd dat hij rotsheide (Pieris japonica), azalea en rhododendron aantast. In onze tuin is hij alleen te vinden op de Pieris. Er dichtbij groeiende azalea's en rhododendrons lijken onaangetast.

In het verleden werd de naam Japanse vlieg gebruikt voor deze soort. Hij is echter helemaal geen vlieg. Bovendien werd de naam Japanse vlieg ook gebruikt voor andere insecten met een oorsprong in Japan, zoals bepaalde bladluizen. Daarom heeft men besloten de naam te wijzigen in rotsheidenetwants.