Zandbijwaaiertje
Een orde van insecten die bijna niemand ooit ziet. Ook wetenschappelijk gezien weten we er nog niet zo veel van. Het zijn vrij kleine insectjes die helemaal zijn aangepast aan een parasitaire levenswijze. Het larfje gaat op zoek naar een geschikte gastheer. Met speeksel maakt hij het chitine pantser van de gastheer wat zachter. Dan kruipt hij het lichaam van de gastheer in om daar verder te leven. Het larfje vervelt daarna vrijwel onmiddellijk en verliest z'n pootjes. Het is nu een made-achtig diertje. Hij leeft door het bloed van de gastheer te filteren en daar voedseldeeltjes uit te halen. Ook zuurstof haalt hij uit het bloed van de gastheer. Dat alles gaat via de huid, met de mond doet het beestje niets. De vrouwtjes blijven er hun hele leven, dus ook als ze volwassen zijn, uitzien als een made. Ze krijgen geen antennes, vleugels, poten of ogen. Als ze voor de laatste keer vervellen, kruipen ze tussen twee segmentdelen in en steken hun kop naar buiten. Het wachten is dan op een mannetje om ze te bevruchten. Die mannetjes zien er na de laatste vervelling heel anders uit: ze hebben een echt insectenlichaam, antennes, aardbei-achtige ogen en één paar vleugels. Het andere paar is verworden tot een soort kleine haltertjes, net als bij vliegen. Alleen is bij vliegen het tweede vleugelpaar omgevormd tot haltertjes en bij waaiervleugeligen het eerste paar. De mannetjes leven maar een paar uur en gaan na het paren meteen dood. De vrouwtjes zetten ontzettend veel larfjes op de wereld (ze zijn levenbarend). Dit wijst er op dat er maar een paar larfjes zijn die een geschikte gastheer weten te vinden.
Op dit moment kennen we wereldwijd ongeveer 600 soorten, waarvan er maar zo'n 4 in de Benelux voorkomen. Maar omdat ze zeer moeilijk zijn te vinden, zijn er vermoedelijk nog véél meer soorten, wellicht ook bij ons. In de Benelux vinden we hoofdzakelijk soorten die wespachtigen parasiteren, vooral bijen. Slechts één soort parasiteert op wantsen. De meeste soorten zijn nauwelijks te vinden, alleen de soort hieronder, het zandbijwaaiertje (Stylops melittae), valt soms op als het volwassen vrouwtje haar kop tussen twee segmenten naar buiten steekt op een bij. Van een bij met een dergelijke parasiet zeggen we dat hij is gestylopiseerd. Zo'n bij kan soms merkwaardig gedrag vertonen en er wordt gezegd dat hij of zij onvruchtbaar wordt. De middelste foto bewijst in ieder geval dat er nog wel wordt gepaard! Op de middelste foto is het vrouwtje (het voorste dier) gestylopiseerd. Je ziet de kop van de parasiet uit het achterlijf komen, vlak bij het voorpootje van het mannetje. Het betreft hier de zwartbronzen zandbij (Andrena nigroaenea). Zandbijen worden relatief vaak gestylopiseerd.