banier
lijntje lijntje
back
Symmorphus bifasciatus, een deukmetselwesp

Symmorphus bifasciatus wordt zo'n 7 tot 11 mm lang. De vrouwtjes zijn iets groter dan de mannetjes. Ze zijn zwart met gele accenten, maar er zijn meestal niet veel gele accenten. Op het borststuk vinden we slechts twee kleine gele stipjes en een gele streep helemaal achteraan. Op het achterlijf staan doorgaans maar twee gele strepen. Hierdoor maakt het diertje een vrij donkere indruk

De vrouwtjes maken hun nestjes op de gekste plekken. Heel vaak worden oude, holle stengels van grotere planten gebruikt, zoals de stengels van riet, braam of de kale jonker. Maar ook in muren, vensters en oude stukken hout met gaten erin worden nestjes gebouwd. Deze soort maakt dan ook graag gebruik van door mensen gemaakte "bijenhotels". Een wel zeer bijzondere nestgelegenheid bieden verlaten gallen in planten. In Engeland maakt Symmorphus bifasciatus graag gebruik van oude knikkergallen op eik die worden veroorzaakt door de knikkergalwesp. Op het continent worden vaker nesten aangetroffen in gallen veroorzaakt door de galvliegen uit het geslacht Lipara. Het nest wordt gevuld met de larven van een groot aantal bladhaantjes, vooral uit de geslachten Agelastica, Melasoma and Phyllodecta, zoals allerlei wilgenhaantjes. Een knikkergal kan tot 17 keverlarven bevatten! Na het verzamelen van dit voedsel voor haar jong en het leggen van het ei, wordt het nest afgesloten. Maar daar wacht ze vaak net te lang mee. Een hele horde parasieten wenst van haar ijver te profiteren. Vooral een aantal goudwespen wenst te profiteren, zoals de gewone goudwesp (Chrisis ignita), Chrysis angustula en Chrysis viridula. Maar sommige parasitaire wespen zijn ook heel geïnteresseerd. En alsof dat nog niet genoeg is, zijn er een aantal kleinere parasitaire soorten die graag op de larven van goudwesp of sluipwesp parasiteren (superparasieten). Als je dus een bezette gal vindt en meeneemt naar huis om uit te kweken, wees dan niet verbaasd als je er een goudwesp uit ziet komen, of een heel aantal kleinere parasietjes in plaats van de verwachte deukmetselwesp.

Hoewel de volwassen wespen soms al in mei worden gezien en kunnen doorvliegen tot in oktober is er een duidelijke piek rond juli. Symmorphus bifasciatus houdt van kruidrijke bosranden en parken en komt erg veel voor in (grotere) tuinen. In bebouwd gebied kan hij ook nestelen in muren, schuttingen e.d. Een gewone soort in de gehele Benelux. Verder gewoon in heel West- en Noord-Europa (in Groot-Brittannië) zelfs tot in Schotland), maar in Zuid-Europa beperkt tot de bergstreken.