banier
lijntje lijntje
back
Gezadelde snuitkever Tapeinotus sellatus

De gezadelde snuitkever is een zeer kleine, maar fraaie snuitkever. Hij is wit of gelig met vooraan op de dekschilden een zadelvormige zwarte plek en een zwarte kleine streep daarachter. De kever wordt slechts 3 tot 4 mm lang.

De volwassen dieren zien we vooral in mei en juni. De wijfjes boren in de gastplant een gaatje en leggen hun eitjes in de stengel, vaak dicht bij de grond. Per plant leggen ze slechts één eitje, maar soms leggen meerdere wijfjes een eitje in dezelfde plant. De larven leven in de stengel en wortel van de gastplant. Daar verpoppen ze ook en vanaf half augustus verschijnen de nieuwe volwassen kevers. Deze overwinteren in de gastplant of tussen plantenresten om in mei weer actief te worden. Van deze soort zijn slechts twee gastplanten bekend: grote wederik (Lysimachia vulgaris) en moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora).

In geheel Europa een gewone soort, daar waar de gastplanten groeien. Is dus gebonden aan een wat vochtig biotooop.