Gewone dwergboktor Tetrops praeustus
Veel boktorren zijn redelijk groot en vallen daarom goed op, maar er zijn ook veel kleinere soorten, zoals deze prachtige gewone dwergboktor. De Duitsers noemen hem de pruimenboktor, omdat de larven veel in takjes van pruimenbomen leven, hoewel ze ook in de takken van andere bomen en struiken voorkomen, zoals rozen. Veel mensen zullen hem echter over het hoofd zien, omdat de lengte slechts 3 tot 6 mm beloopt. De larven ontwikkelen zich meestal in 1 jaar tot kever, maar het kan ook wel eens 2 jaar duren. Opvallend is het feit dat het dier buitengewoon harig is. Borstschild en dekschildpunten ogen meestal gewoon zwart, maar als het directe zonlicht er van boven op valt, dan zie je een prachtige staalblauwe weerkaatsing. Het is in geheel Europa een heel veel voorkomende soort. Overigens bestaat er een andere, sterk gelijkende soort, maar die is erg zeldzaam. De wetenschappelijke naam is een fraai voorbeeld van biologen die niets snappen van grammatica: lange tijd werd het diertje Tetrops praeusta genoemd, totdat bleek dat Tetrops een mannelijk woord is en het woord erna dus de uitgang -us moest krijgen en daarom heet het beestje nu: Tetrops praeustus.