banier
lijntje lijntje
back
Merel Turdus merula

Sinds 1980 heeft de merel zich ontwikkeld tot één van de meest voorkomende soort in Nederland. Het aantal merels rond 2015 wordt geschat op zo'n 2 tot 3 miljoen! Daarmee waren er voor het eerst meer merels dan huismussen! De aantallen zijn in 2016 en latere jaren flink gedaald door een ziekte veroorzaakt door het usutuvirus. Zo'n 150 jaar geleden werd de merel nog omschreven als een 'schuwe bosvogel', maar toen begon de soort zich meer en meer aan te passen aan de invloed van de mens op de omgeving. Of dat nu het gras was dat mensen als gazonnetje overal verspreiden en waarin zich het lievelingsvoer der merels graag ophoudt, of de gunstige broedplaatsen of het steeds verder verdwijnen van bos, wie het weet mag het zeggen. Feit is dat de vogel thans de mens volledig heeft geaccpeteerd en zelfs de kleinste grasveldjes in de stad tot fourageergebied heeft gemaakt. Hoewel met name 's winters graag voer van mensen wordt genomen (appel is favoriet bij de merel), zijn 's zomers vooral wormen geliefd. Het mannetje van de merel is helderzwart met een opvallende oranje snavel. Het vrouwtje is grijsbruin met een bruine snavel en de jongen zijn gevlekt, zoals alle lijsterjongen.

De merel is een typische lijsterachtige van zo'n 25 centimeter, die ongeveer 1 ons kan wegen. Een echte standvogel die het gehele jaar te zien is. Het mannetje en het vrouwtje verschillen nogal, zoals op de foto's is te zien. De merel bouwt een nest in bomen en struiken en broedt twee keer per jaar. De aanwezigheid van mensen maakt daarbij niets uit. Zelfs een vuurdoorn vlak naast een veelgebruikte deur is goed. Per keer worden vier of vijf eieren gelegd, die twee weken worden bebroed. De jongen zitten ongeveer 2 weken in het nest. De vogel komt bijna overal voor waar zich gras bevindt. Merels eten het liefst wormen, al wordt in het najaar en de winter ook genoegen genomen met vruchten en bessen. De vogel komt overal in Europa voor, met uitzondering van de poolgebieden en Siberië. De merel is absoluut niet schuw en met name mannetjes kunnen ten opzichte van mensen soms bijna vertrouwelijk worden.

Vogelgeluid Vogelgeluid