banier
lijntje lijntje
back
Sint-jacobsvlinder (Tyria jacobaeae)

De sint-jacobsvlinder is een zeer opvallend gekleurde dagactieve nachtvlinder. De voorvleugels zijn zwart met een grote rode streep en twee rode vlekken. De achtervleugels zijn rood met een zwart randje. Rood en zwart zijn waarschuwingskleuren in de natuur en inderdaad: de vlinder is licht giftig voor sommige vijanden en oneetbaar voor andere. De spanwijdte loopt uiteen van 32 tot 42 mm. Daarmee is de vlinder ongeveer even groot als de argusvlinder. De sint-jacobsvlinder kan alleen maar worden verward met een klein groepje eveneens zwart met rode vlindertjes: de bloeddrupjes. Vooral de nauwelijks kleinere sint-jansvlinder lijkt er veel op. De bloeddrupjes hebben echter nooit een rode lijn in de vleugel en hebben altijd méér dan twee rode stippen of vlekken. Overigens zijn de sint-jacobsvlinder en de bloeddrupjes in het geheel niet aan elkaar verwant. Wel vliegen ze allemaal uitsluitend overdag.

De volwassen vlinders verschijnen vanaf half april en de vliegtijd eindigt pas aan het eind van augustus. De eerste rupsen verschijnen in juli. Vlinders en rupsen kan men dus tegelijkertijd tegenkomen. De rupsen zijn zwart met gele of oranje bandjes. Ze worden vaak aangeduid als "zebrarupsen". Ze worden zo'n 30 mm lang en eten dag en nacht door. Ze doen geen enkele poging om zich te verbergen. Ze leven hoofdzakelijk op jakobskruiskruid, maar zijn soms ook op andere kruiskruiden te vinden. Uit de plant halen ze een gifstof die ze in hun huid opslaan en die ze voor de meeste vijanden ongenietbaar maakt. Als een plant aangevallen wordt door veel rupsen tegelijk, kan hij totaal worden opgegeten. Ergens in augustus zijn de rupsen volgroeid. Ze laten zich op de bodem vallen, graven zich in, maken een lichte kokon en verpoppen. Het is de pop die overwintert.

De sint-jacobsvlinder leefde oorspronkelijk in Europa en westelijk Azië. Tegenwoordig vinden we hem ook in Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland, waar hij is uitgezet om sint-jacobskruid te bestrijden.